Het desolate en verlaten landschap trekt in treurnis aan hun autoraam voorbij. Hij wijst zijn zoon op een vervallen kerktoren die oprijst aan de horizon: "Kijk jongen, daar heeft papa vroeger gewoond, bijna aan de voet van die toren. Elke ochtend werd ik door die toren trouw gewekt. De slagen van de enorme bronzen klok rolden over het dorp en waren tot ver daarbuiten te horen. Tot die ene dag. Dé dag dat alles ermee ophield."
Vaak had hij zijn zoon verteld over de streek waar hij was geboren en opgegroeid. Een plek met haar eigen bewoners die hun eigen taal spraken. Een gebied dat zich uitstrekte van Drenthe en Friesland in het zuiden en het westen, tot aan Duitsland in het Oosten en het wad in het noorden.
De stad, haar Ommelanden en hun roemruchte geschiedenis. Het Oldambt met haar geelbloeiende koolzaadvelden. Statige burchten, verdeeld over de provincie als herinnering aan wat ooit was, lang geleden. Langs het wad het hoge land; het land van Ede Staal.
Datzelfde land ligt er nu verwaarloosd bij. De stad is allang geen stad meer en de Ommelanden worden niet meer bewoond. Ruïnes van de ooit machtige boerderijen steken nu als puisten uit een landschap waar mensenhanden geen grip meer op hebben. De Waddenzee strekt tot aan dorpen als Ten Boer, Siddeburen en Midwolda en verzwolg alles op haar weg. Uithuizen, Loppersum en Delfzijl bestaan alleen nog in de herinnering en de nog sporadische koolzaadvelden zijn nu overwoekerd met onkruid.
De ooit zo rijke bodem van dit land was leeggezogen zonder er ooit iets voor terug te geven. Het zou tot het jaar tweeduizenddertien duren voordat men had toegegeven dat de aardschokken hierdoor veroorzaakt werden. De schokken, die eerst als minimale trillingen waren gevoeld maar die met de jaren waren toegenomen, zowel in aantallen als in hevigheid.
Tot die ene dreun, die allesvernietigende klap waar lang van te voren al voor gewaarschuwd was. Maar ze waren weggehoond, de doemdenkers. Door de NAM en door de politici. Het opgeboorde gas bracht teveel geld in het nationale laatje en dat was van groter belang dan al het andere.
De lokale politiek had z'n best gedaan en waren naar Den Haag getogen om te strijden voor hun zaak. Maar de ene motie na de andere was verworpen en de provincie werd aan haar lot overgelaten. Een lokale politieke partij werd uitgenodigd bij het programma "De Wereld Draait Door", maar werd weggestuurd toen de ook uitgenodigde en verantwoordelijke minister weigerde om met hen aan tafel te zitten. En toen kwam dé klap.
Ede staal zingt nog steeds zijn lied. "'t zel weer veurjoar word'n" klinkt door de speakers van de autoradio. Maar het voorjaar slaat Groningen over. Definitief.