vrijdag 24 april 2015

Flarden (2)

Het zelfde kantoor. Dezelfde glimlach. Het is de maandag na de MRI scan, één dag voor de operatie.
“We zijn toch wel geschrokken van wat de scan ons heeft laten zien.” De stilte die volgt lijkt minuten te duren. Misschien moeten wij nu iets zeggen, vraag ik me af, maar wat dan?
Wijzer geworden van de vorige keer dat we aan dit bureau zaten hebben we nu bij voorbaat al elkaars hand vast.
“De tumor is zo’n zeven en een halve centimeter. Het is onmogelijk uw borst te sparen.”
Mijn maag begint nu heftig te protesteren en lijkt zich om te draaien terwijl Monique zachtjes snikt. Tranen vloeien over haar wangen als me aankijkt.
Ik ben een borstenman; natuurlijk weet ze dat. Ooit, toen alles nog onbezorgd en zonnig was kwam dit onderwerp eens ter sprake. Ik geloof dat het was nadat we de film ‘Komt een vrouw bij de dokter” hadden gezien.
“Ik weet niet of ik daar mee om zou kunnen gaan,” schijn ik toen gezegd te hebben. Ik kan het me niet precies meer herinneren, maar het geheugen van Monique werkt als een goed geordende dossierkast.
“We hebben ook een vergrote lymfeklier gezien in de oksel, maar die vertoonde geen kwaadaardige symptomen.”
Gelukkig. Met een woest gebaar veeg ik een vuist door mijn ogen.
“Wel willen we voor de zekerheid nog een punctie nemen van die lymfeklier: dat kan morgen al.”
Ja, natuurlijk is dat goed.
“En dan vrijdag terug voor de uitslag. Of nee, wacht … doe maar maandag: meestal hebben we van die afdeling de uitslagen zo snel nog niet terug. Maandag dus,” en ze kijkt ons vragend aan. We knikken allebei.
De voor morgen geplande operatie gaat dan ook niet door; het verschil tussen en borstbesparende ingreep en een amputatie is niet alleen emotioneel, maar ook technisch te groot. Bovendien wil men nu eerst de uitslag van de punctie afwachten. Er wordt een nieuwe datum afgesproken; de dinsdag nadat we de uitslag van de punctie gaan krijgen.

“Ik heb altijd gezegd dat wanneer ik voor de keus kom te staan ik niet zou hoeven na denken.”
Het is Monique die de stilte verbreekt. “Maar nu … ik weet dat ik geen keus heb, maar … oh God, wat is dit moeilijk …”
Wat zeg je tegen je vrouw wanneer ze zojuist te horen heeft gekregen dat de kanker al zover is uitgewoekerd dat haar linkerborst geamputeerd moet worden om haar leven te redden? Welke woorden van troost kun je nog verzinnen die het vooruitzicht op de ziekmakende chemo iets verzachten?
Ik hou haar machteloos in mijn armen. Minuten lang.

10 opmerkingen:

  1. Reacties
    1. Ik probeer het in woorden te vangen. Wat kun je, wanneer je graag schrijft, anders doen?

      Verwijderen
  2. eerlijk en open verwoord, armen om je heen zeggen veel meer dan goed bedoelde woorden.........

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Gevangen in jouw woorden leef ik mee met deze nachtmerrie. Liefs Elles

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Met tranen in mijn ogen gelezen...het is maar goed dat ik niets hoef te zeggen, schrijven kan in stilte, de dikke brok in mijn keel zou geen geluid meer doorlaten. Xxx

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Heb normaal mijn woordje wel klaar staan...DAMM...nu echt even niet...sterkte...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Je 'sterkte' is ook goed Herman. Dank je wel. Voor het lezen en je reactie.

      Verwijderen

Totaal aantal pageviews